Friday, February 28, 2014

Let op APV voor het Schelfhorstpark



Deze APV geldt ook voor het Schelfhorstpark


Raadsbesluit van 8 september 2010, houdende vaststelling van de Algemeen Plaatselijke Verordening.
2:57  Loslopende honden

1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: 

a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; 

b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of trapveld of op een andere door het college aangewezen plaats; 

c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk
dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen. 
2. Het in het eerste lid, onder a, gestelde verbod geldt niet in gebieden die door het college
zijn aangewezen als hondenuitlaatgebieden. 
3. De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b gelden niet voorzover de eigenaar of
houder  van een hond zich vanwege zijn handicap door een blindengeleide- of hulphond
laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is of indien een
eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot
blindengeleide- of hulphond.
4. Het college kan buiten de bebouwde kom gebieden aanwijzen waar een verplichting
geldt tot het aanlijnen van de hond.
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
1. De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet
van uitwerpselen ontdoet op wegen binnen de bebouwde kom. 
2. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt
opgeheven:
a. indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen
onmiddellijk worden verwijderd;
b. op plaatsen die door het college zijn aangewezen als hondenuitlaatstroken;
c. in gebieden die krachtens artikel 2:57, lid 2, door het college zijn aangewezen als
hondenuitlaatgebieden.
3. De eigenaar of houder van een hond is verplicht op eerste vordering van een ambtenaar,
belast met de zorg voor de naleving van het in dit artikel bepaalde, aan te tonen dat hij
bij het uitlaten van de hond een deugdelijk opruimmiddel bij zich heeft, dat gezien de
vorm en constructie als zodanig geschikt is voor het verwijderen van uitwerpselen.
4. De strafbaarheid van de geboden genoemd in het eerste lid en derde lid gelden niet
voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een blindengeleide- of hulphond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is of indien een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot blindengeleide- of hulphond. 


No comments: